Wat de oarloch mei ús die
Doeke Fokkema
Ik heb drie broers en een zus verloren bij een groot geallieerd bombardement op de vliegbasis van Leeuwarden. Onbedoeld is er in de nacht van 17 september 1944 een bom op ons ouderlijk huis terechtgekomen. Van de klap zelf weet ik niets meer. Wat ik me nog wel herinner is dat mijn mond vol gruis en modder zat en dat ik onder brokstukken lag. Mijn drie broers Dirk (18), Germ (12) en Anton (8) waren op slag dood. Mijn zusje Neeltsje (14) stierf een dag later in het ziekenhuis.
Samen met mijn ouders en mijn zusje Froukje bleef ik achter. Het heeft de rest van ons leven getekend. Vooral mijn moeder kon moeilijk over het verlies heenkomen. Ik kan me nog goed herinneren dat mijn vader en moeder de foto's van de vier omgekomen kinderen altijd meenamen tussen de voor- en achterkamer. Om ze altijd in de buurt te hebben.
Ook mijn zus heeft tot op hoge leeftijd last gehad van het bombardement. Tijdens de Golfoorlog begin jaren negentig kon ze wekenlang niet slapen van de Amerikaanse bombardementen op Irak. Dat kwam voor haar erg dichtbij.
Zelf was ik nog maar vier jaar toen het gebeurde. Bewust heb ik het allemaal niet meegemaakt. Wel had iedereen in mijn jeugdjaren altijd medelijden met me. Dat was natuurlijk begrijpelijk, maar het hinderde mij wel. Ook heb ik vrijstelling gekregen van militaire dienst omdat ons gezin al te zwaar getroffen was door de oorlog.
Doeke Fokkema vertelt zijn verhaal in de tweede aflevering van de Fryslân 4045.
Zie ook Ine de Jong