Meer over De Melkstaking

Aflevering 1

Uitzending: NPO 2 op zaterdag 11 april (15.30 uur) en zondag 12 april (om 12.25 uur)
Omrop Fryslân regio tv op zondag 12 april op alle uren vanaf 17.10 uur (na Hjoed)

 

- De April-Meistakingen
- Voorgeschiedenis
- De stakingsdagen in Friesland
- Duitse maatregelen
- De stakingen in Oudega en Gaastmeer
- Wat wist Berlijn van Friesland?
- Het resultaat
- Friese slachtoffers April-Meistakingen
- Bronnen

De April-Meistakingen
Op donderdag 29 april 1943 zet Friedrich Christiansen, de bevelhebber van de Duitse troepen in Nederland, het hele land in vuur en vlam. Wat gebeurt er? Die dag stuurt hij een telex aan alle dagbladen waarin hij bekend maakt dat de voormalige Nederlandse militairen, die in mei 1940 hebben gevochten, in krijgsgevangenschap zullen worden weggevoerd. In potentie gaat het om een groep van zo'n 260.000 man. Als reden wordt aangegeven dat velen van hen 'onder invloed van onverantwoordelijke ophitsers' zich vijandig hebben gedragen ten opzichte van het bezettingsregime.

Hierboven de tekst zoals die op 1 mei in de Friesche Courant wordt afgedrukt. Hieronder het tweede deel van de bekendmaking.

De bekendmaking is de aanleiding tot spontane stakingen in het hele land.

Voorgeschiedenis
Komen de stakingen geheel onverwacht? Nee. In de eerste maanden van 1943 is de spanning in de Nederlandse samenleving flink toegenomen. Dat is vooral een gevolg van de ontwikkelingen aan de Europese fronten. Duitsland moet voor het eerst terrein prijsgeven. Een voorteken was de Tweede Slag om El Alamein, in de herfst van 1942, waarbij het Duitse leger onder leiding van veldmaarschalk Erwin Rommel een gevoelige nederlaag werd toegebracht. Van een andere orde was echter de overgave van het Duitse leger in Stalingrad, begin februari 1943. Tweehonderdduizend soldaten vonden de dood of werden in krijgsgevangenschap weggevoerd.
De gevolgen waren immens. De gaten in de Duitse oorlogsmachine moesten worden opgevuld. Dat gebeurde door werkende mannen en jongens in Duitsland op te roepen voor dienst. Dat zorgde op zijn beurt voor een nijpend tekort aan arbeidskrachten. Dat tekort probeerde men aan te vullen met werkkrachten uit de bezette gebieden. In Nederland vonden al in februari '43 razzia's plaats. En op 11 maart volgde de verordening voor het Hoger Onderwijs. De studenten moesten een loyaliteitsverklaring tekenen en zich verplichten om na de studie een jaar in Duitsland te gaan werken.
De Duitse maatregelen zorgen voor ongeloof, verbittering en woede in veel Nederlandse huisgezinnen. In het illegale Het Parool van 5 april 1943 wordt al gezinspeeld op een algemene staking. Duitse beleidsmakers binnen het militaire en bestuursapparaat zijn dan al enige tijd druk bezig met het maken van plannen om de Nederlandse oud-militairen als arbeidskrachten in te zetten in de Duitse industrie. Op 29 april maakt Christiansen het plan - onder valse voorwendsels dus - wereldkundig. Het vormt de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen.

Friedrich Christiansen, de opperbevelhebber van de Duitse troepen in Nederland,
verantwoordelijk voor de proclamatie van 29 april 1943

De stakingsdagen in Friesland
'In geen provincie is gedurende de laatste dagen van april 1943 de beroering zo sterk en zo algemeen geweest als in Friesland. Slechts hier is de staking inderdaad volkszaak geworden', aldus P.J. Bouman in zijn overzichtswerk 'De April-Mei-stakingen van 1943' ('s-Gravenhage 1950). Hij vervolgt: 'Noch het massaal verzet van de Twentse of van de Zuid-Limburgse arbeiders, noch de stakingsactie in enkele Gelderse of Zuid-Hollandse steden zijn te vergelijken met de eensgezindheid, waarmede in Friesland alle standen en klassen, in de stad en op het platteland, 30 april één lijn trokken in een grootscheepse demonstratie tegen de bezettende macht.'
De verspreiding en intensiteit van de stakingen in deze provincie zijn inderdaad groot. Fabrieksarbeiders staken, winkels sluiten de deuren en boeren besluiten geen melk meer te leveren aan de zuivelfabriek. Een belangrijk moment in de Friese stakingsgeschiedenis is de vrijdagsmarkt op 30 april in Leeuwarden. Boeren en vrachtrijders komen uit de hele provincie naar de Friese hoofdstad en zijn er getuige van de vele stakingen. Zo verspreidt het stakingsnieuws zich als een lopend vuurtje over de provincie.
De april-meistaking wordt in Friesland ook vaak aangeduid als de melkstaking. De volgende cijfers van de melkaanvoer bij coöperatieve zuivelfabrieken spreken wat dat betreft duidelijke taal:

28 april 1.068.336 liter
29 april 1.094.684 liter
30 april 719.905 liter
1 mei 126.960 liter
2 mei 328.113 liter
3 mei 459.991 liter
4 mei 798.703 liter
5 mei 1.117.308 liter

 

Duitse maatregelen
De bezetter reageert snel en met harde hand. Op zaterdag 1 mei wordt het politiestandrecht afgekondigd. De tekst daarvan bevat de volgende bepalingen:

‘(…) de Rijkscommissaris (heeft) (…) het volgende beschikt:

  • Hij die deelneemt aan samenscholingen in het openbaar van welken aard ook,
  • Hij die weigert zijn werk te verrichten, zij het ook door een uitsluitend passief gedrag, die staakt of die werknemers uitsluit,
  • Hij die zonder daartoe gerechtigd te zijn schiet-, slag- of stootwapenen bij zich draagt of in zijn bezit heeft,
  • Hij die pamfletten vervaardigt, verspreidt of in zijn bezit heeft, welke de openbare orde zouden kunnen verstoren,
  • Hij die zich tegen de openbare macht verzet
    wordt standrechtelijk veroordeeld en wordt derhalve ingevolge artikel 66 der verordening openbare orde in het algemeen gestraft met den dood. Poging, uitlokking of deelneming zijn op gelijke wijze strafbaar als het voltooide strafbare feit.’

Dat dit geen loze woorden zijn blijkt al snel. Ruim twintig Friezen vinden uiteindelijk de dood tijdens de Duitse terreur in die eerste week van mei. De slachtoffers hebben zich lang niet allen schuldig gemaakt aan één van bovenstaande vergrijpen. Er vallen verschillende willekeurige slachtoffers. Hanns Rauter, de hoogste SS- und Polizeiführer in Nederland en degene die elk doodvonnis moest bekrachtigen, benadrukte dat terroristisch optreden in dergelijke situaties noodzakelijk is: 'Es (kommt) nicht so sehr darauf an (...), dass der rechte Mann niedergeschossen wird (...) Es kommt vielmehr darauf an, dass im rechten Augenblick Tote fallen.' Met andere woorden, het gaat erom dat er doden vallen, wie dat zijn maakt niet zoveel uit.

Hieronder een naoorlogs verslag van de stakingsdagen in Suameer waaruit de Duitse terreur goed naar voren komt.

- Verslag Suameer


De stakingen in Oudega en Gaastmeer
Is de staking algemeen? Nee, de spoorwegen staken niet. Dat is ook de reden dat het georganiseerde verzet in Leeuwarden de stakende arbeiders in het weekend van 1 en 2 mei adviseert het werk weer te hervatten. Het verzet heeft hier inmiddels zoveel invloed dat het advies door de meesten ook wordt opgevolgd. Hoe anders is dat op het platteland? Bouman spreekt van een ‘ontembare lust tot staken’ in de vele dorpsgemeenschappen. Berichten over doodvonnissen lijken geen invloed te hebben op het optreden van de stakers. Veel stakers willen of kunnen niet geloven waartoe de Duitse bezetter in staat is. De situatie op zondag 2 mei in Oudega en Gaastmeer laat dat duidelijk zien. Die middag verschijnt in laatstgenoemd dorp een melkauto uit Oudega, die wordt begeleid door een Duitse soldaat. Het is de bedoeling om de melk bij de boeren op te halen. Als de auto even onbewaakt in het dorp staat pakken dorpelingen de autosleutel uit het contactslot en gooien die in de sloot en beginnen de banden met messen te bewerken. De Duitse militair is woest en belt om versterking. In die tijd giet men de gasgenerator vol met melk. Gezien de maatregelen die de bezetter in andere situaties hebben genomen mag het een wonder heten dat niemand bij de ongeregeldheden in Gaastmeer is opgepakt. Voor een verslag van de gebeurtenissen in beide genoemde dorpen zie onderstaand verslag.

- Verslag Oudega en Gaastmeer

Het voorbeeld-Gaastmeer geeft aan dat er bij de stakers geen respect is voor de bezetter, noch voor andersdenkende medeburgers. Het is een algemeen verschijnsel. Tegen werkwillenden wordt door de stakers hard en soms gewelddadig opgetreden. Van enkele niet-stakende boeren wordt de boerderij in brand gestoken.
In de stakingsroes worden ook sabotageacties uitgevoerd. Zo wordt bij Leeuwarden al in de nacht van 29 op 30 april een waterleidingbuis op de spoorrails gelegd, waardoor een ’s ochtends vroeg passerende trein ontspoort.


Wat wist Berlijn van Friesland?
Meteen na het uitbreken van de stakingen is er regelmatig contact tussen Den Haag en Berlijn. Wilhelm Harster, de bevelhebber van de Sipo en SD in Den Haag, verstuurt dagelijks telexberichten naar de hoofdstad van het Derde Rijk. Daar belanden ze op de bureaus van het door Heinrich Himmler opgerichte Reichssicherheitshauptamt. De berichten, die als bijlagen in het naslagwerk van Bouman zijn opgenomen, geven een goed beeld van de Duitse zienswijze op de stakingen. Uit de volgende passage van één van de berichten van 3 mei blijkt dat die niet altijd juist is:

'In den 3 Nordprovinzen, die der rassischen Eigenart der friesischen Bauern entsprechend erst 2 Tage später zu streiken begonnen hatten, arbeiten zwar die öffentlichen Betriebe und Verkehrsmittel, dagegen wird in den Privatbetrieben zum Teil weiter gestreikt.'

Hiervoor hebben we al gezien dat er in Friesland al op 30 april door velen het werk is neergelegd. Datzelfde geldt ook voor Groningen en Drenthe.
In een ander bericht dat Harster diezelfde 3de mei naar Berlijn stuurt schrijft hij:

'In sämtlichen Provinzen, mit Ausnahme der Provinz Friesland, wo auf dem Lande noch weitere Unruhe herrscht, kann der Streik als annähernd zusammengebrochen bezeichnet werden.'

Een dag later herhaalt hij dat bericht:

'Mit Ausnahme der Provinz Friesland ist der Streik überall im Laufe des Tages endgültig bereinigt worden'.


Het resultaat
Wat levert het de Duitsers uiteindelijk op? Slechts 8.000 arbeidskrachten, een fractie van de 240.000 die in eerste instantie in aanmerking leken te komen. Velen weten een vrijstelling voor de Arbeitseinsatz te krijgen, vele anderen duiken onder.

Friese slachtoffers April-Meistakingen
Het gaat hierbij om Friezen die ten tijde van de stakingsdagen in Friesland woonachtig waren

Herman Adema, geboren in 1877 te Onstwedde
Hij raakte bij het brugwachtershuisje aan de Woudpoort in zijn woonplaats Dokkum zwaar gewond bij een beschieting door leden van de Duitse Ordnungspolizei. In de ogen van de Duitsers had hij het samenscholingsverbod overtreden. Hij werd overgebracht naar een ziekenhuis te Leeuwarden. Daar overleed hij op 15 mei aan zijn opgelopen verwondingen.

Anne de Boer, geboren in 1907 te Appelscha
Hij werd op 4 mei in zijn woonplaats Appelscha vanaf een Duitse vrachtwagen doodgeschoten door de Duitse Hauptmann Johann Koll. Op een vraag van Koll waarom hij niet werkte, antwoordde De Boer: ‘Omdat de anderen ook niet werken’. Prompt werd hij ter plekke neergeschoten.

Jouke Bootsma, geboren in 1903 te Lemmer
Jouke werd doodgeschoten toen hij met zijn beide broers Hendrikus en Jurjen vanaf hun gezamenlijke vissersboot naar huis liep voor de middagmaaltijd. Alle drie broers hadden volgens de Duitsers het uitgevaardigde samenscholingsverbod overtreden.

Melle Bruinsma, geboren in 1923 te Appelscha
Melle is op 4 mei vanaf een Duitse vrachtwagen doodgeschoten door de Duitse Hauptmann Johann Koll.

Jantje Dijkstra, geboren in 1916 te Drachten
Zij raakte op 4 mei 1943 op weg naar huis op de Noordkade in Drachten gewond door een geweerkogel die werd afgevuurd door een Duitse militair. Jantje werd overgebracht naar een ziekenhuis in Heerenveen waar zij op 12 mei aan haar verwondingen bezweek.

Jan Eisenga, geboren in 1908 te Gorredijk
Als onderwijzer van de lagere school in Gorredijk wilde hij de school gesloten houden na de vakantie. In de avond van 3 mei werd hij gearresteerd en overgebracht naar het Oud Burger Weeshuis in Leeuwarden. Een dag later werd hij ter dood veroordeeld. Op 5 mei werd hij bij het Kalverdijkje ten noorden van Leeuwarden gefusilleerd.

Jan Eisenga en Harm Bos uit het Drentse Elp op weg naar de plaats waar ze op 5 mei werden geëxecuteerd
(Bron: Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen)


Jonas Elzinga, geboren in 1910 te Tietjerk

De Noordbergumers Elzinga en Fokke Polet werden op hun fiets vanuit een rijdende Duitse auto door een patrouille van de Ordnungspolizei op de hoek van de Zomerweg en de Kloosterlaan doodgeschoten.

Jonas_Elzinga


Dirk Fokkens, geboren in 1917 te Niawier

Op 3 mei raakte hij gewond bij een schietpartij voor het gemeentehuis in Metslawier. Nog diezelfde dag werd hij thuis gearresteerd en naar het Oud Burger Weeshuis in Leeuwarden overgebracht. Het doodvonnis werd tegen hem uitgesproken. Een dag later werd hij bij het Kalverdijkje ten noorden van Leeuwarden gefusilleerd.

Jitze Kiewiet, geboren in 1922 te Appelscha
Jitze werd op 4 mei doodgeschoten door Duitse militairen van een overvalcommando uit Assen onder leiding van Hauptmann Johann Koll, omdat hij toekeek bij een afgedraaide brug.

Jitze Kiewiet


Cornelis Luinstra, geboren in 1924 te Warfstermolen

Hij staakte en liet met een aantal vrienden melk van een NSB-boer weglopen. Hij dook onder maar werd vervolgens verraden. Op  3 mei werd hij gearresteerd. Een dag later werd het doodvonnis tegen hem uitgesproken. Nog dezelfde dag werd dat voltrokken op het terrein van de strokartonfabriek Beukema te Hoogezand.

Cornelis Luinstra


Fokke Polet, geboren in 1905 te Rinsumageest

Polet was tijdens de meidagen van 1940 in militaire dienst en moest zich eind april 1943 weer als krijgsgevangene melden bij de bezetter. Dat heeft hij geweigerd. Polet werd op 3 mei al fietsend vanuit een Duitse auto doodgeschoten. Dat gebeurde op de Zomerweg in Noordbergum.

Wieger Rekker, geboren in 1892 te Beetgum
Rekker werd tijdens de stakingsdagen opgepakt. Het standgerecht sprak het doodvonnis tegen hem uit. Dat werd evenwel omgezet in een gevangenisstraf. Hij belandde uiteindelijk in het concentratiekamp van Bergen-Belsen en overleed daar op 4 maart 1945.

Barteld Remerij, geboren in 1916 te Sneek
Barteld werd op zaterdagavond 1 mei 1943, toen hij uit een urinoir in Sneek kwam, aangeschoten door een politieman. Hij raakte zwaar gewond en overleed later aan de verwondingen.

Pieter Riemersma, geboren in 1909 te Oostermeer
Riemersma werd op zondag 2 mei in Opeinde door een Duitse patrouille beschoten. Hij werd daarbij in de buikstreek geraakt. Hij werd daarop overgebracht naar een ziekenhuis in Leeuwarden en is daar op 5 mei aan de gevolgen van zijn verwondingen overleden.

Gerben Ronner, geboren in 1923 te Dokkum
Hij werd op 3 mei gedood bij het brugwachtershuisje aan de Woudpoort in zijn woonplaats Dokkum tijdens een beschieting door leden van de Duitse Ordnungspolizei. In de ogen van de Duitsers had hij het samenscholingsverbod overtreden.

Willem Scholten, geboren in 1907 te Oudehaske
Scholten werd tijdens de stakingsdagen gearresteerd in zijn woonplaats Berlikum. Het standgerecht sprak in eerste instantie het doodvonnis tegen hem uit. Dat werd evenwel omgezet in een gevangenisstraf. Hij belandde uiteindelijk in het Duitse concentratiekamp Neuengamme. Daar overleed hij op 9 december 1944 ten gevolge van ziekte en ontbering.

Jan Smid, geboren in 1920 te Scherpenzeel
Smid werd op 3 mei ter hoogte van café ‘Onder de Linden’ in zijn woonplaats Munnekeburen van zijn fiets geschoten. Hij had een Duitse sommatie om te stoppen niet gehoord of mogelijkerwijs genegeerd. Zijn naast hem fietsende vader bleef ongedeerd. Vermoedelijk werd Smid verdacht van betrokkenheid bij een relletje waarbij de autobus van een NSB’er met stenen was bekogeld.

Sjoukje Stel, geboren in 1911 te Twijzel
Stel fietste op 3 mei met een zekere J. Dijkstra van Buitenpost naar Kollum om daar aardappelen te gaan kopen. Op de Van Heemstraweg zag het tweetal hoe publiek een werkwillige melkrijder tijdens de meistaking achtervolgde. Ze bleven staan kijken hoe het zou aflopen. Plotseling verschenen twee motoren met Duitse leden van de Feldgendarmerie. Dijkstra en Stel stapten snel op en fietsten een erf op. Vanaf één van de motoren werd hevig geschoten. Stel raakte ineens het rijwiel van Dijkstra, zodat ze allebei ten val kwamen. Stel bleek dodelijk te zijn geraakt.

Bouke de Vries, geboren in 1907 te Oudega (W.)
Op 1 mei deed hij mee aan de melkstaking in zijn dorp. Om dreigende arrestatie te voorkomen dook hij onder. De Duitsers namen daarop zijn vrouw mee. Bouke meldde zich daarop vrijwillig. Op 4 mei werd de doodstraf tegen hem uitgesproken. Nog dezelfde  dag werd hij bij het Kalverdijkje ten noorden van Leeuwarden gefusilleerd.

Keimpe de Vries, geboren in 1919 te Leeuwarden
Keimpe werd op maandag 1 mei 1943 gearresteerd. Een veldwachter die een melkwagen begeleidde naar een zuivelfabriek had in Wetzens een messteek in zijn hand gekregen van een groep stakende arbeiders. De Vries werd als dader aangemerkt. Hij werd door het Kriegsgericht veroordeeld tot tien jaar tuchthuis. Hij overleed op 20 januari 1945 in Siegburg.

Willem de Vries, geboren in 1932 te Marum
Willem werd op zondag 2 mei bij het verlaten van de gereformeerde kerk in zijn woonplaats Opeinde door een Duitse patrouille doodgeschoten.

Broer de Witte, geboren in 1923 te Blauwhuis
Op 1 mei sprongen hij en zijn broer Wiebe op een melkwagen en leegden de bussen. Een dag later werden beiden gearresteerd. Broer werd op 3 mei in de Rabenhauptkazerne in Groningen gefusilleerd. Wiebe werd later vrijgelaten.

Freerk Wijma, geboren in 1907 te Opeinde
Wijma weigerde op 4 mei 1943 met de Duitsers mee te gaan, toen men hem in verband met de stakingen wilde arresteren. ‘Leaver dea as meigean’, luidde zijn antwoord. Prompt werd hij daarop door een Duitse militair op zijn erf doodgeschoten.

Freerk Wijma


Jouke Zijlstra, geboren in 1870 te Dokkum

Hij werd op 3 mei gedood bij het brugwachtershuisje aan de Woudpoort in zijn woonplaats Dokkum tijdens een beschieting door leden van de Duitse Ordnungspolizei. In de ogen van de Duitsers had hij het samenscholingsverbod overtreden.


Bronnen
Bouman, P.J., De april-mei-stakingen van 1943 ('s-Gravenhage 1950)
Jong, Dr. L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog ('s-Gravenhage/Leiden, 1969-1994) deel 6, tweede deel pp. 799-861
Witte, Truus de, Op een onbekende plaats begraven: de April-Meistakingen van 1943, een onderzoek naar oorlogsvermissing (Leeuwarden 2010)
http://www.eenlaatstesaluut.nl

Met dank aan Bettie Jongejan van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen en Truus de Witte